De alternatieve r&b van Femke Groen, beter bekend als Swan, is zowel ongefilterd als poëtisch. De zangeres en producer legt al haar gevoelens in haar stijlvol geproduceerde nummers en neemt daarbij geen blad voor de mond. Afgelopen januari kwam haar debuutalbum Underneath My Façade uit. Wij zochten uit hoe Swan is gekomen waar ze nu is, en welke thema’s en visies er achter haar muziek zitten.
Swan groeide op in een muzikale familie. Haar eerste muzikale stappen zette ze dan ook vrij snel: ‘Ik kreeg als kind klassiek pianoles. Ik vond het alleen niet echt leuk om muziek aan te leren die ik niet zelf had bedacht, dus motiveerde mijn docent me om zelf iets te gaan maken. Ik schreef toen ook al gedichten en ben die met de muziek gaan combineren. Zo was ik op mijn tiende al liedjes aan het schrijven. Ik was toen helemaal gek van Birdy, dus het was veel pianomuziek.’ Als kind had de zangeres veel moeite met het uiten van haar gevoelens. Muziek bood een uitweg, vertelt ze: ‘De liedjes waren helemaal van mij en alle gevoelens die ik als kind had zaten er mooi in verpakt, waardoor niemand erover kon oordelen.’
‘Ik heb de muziek vervolgens een tijdje links laten liggen uit onzekerheid, omdat ik het gevoel had dat mijn creativiteit niet echt werd gewaardeerd’, vertelt de zangeres. Via de middelbare schoolmusical kwam de muziek weer bij haar terug. ‘Ik besefte weer hoe leuk ik het vond om muziek te maken. Toen ben ik op zangles gegaan, waar mijn docent mij aanraadde om auditie te doen voor het conservatorium, en ik na het behalen van mijn vwo-diploma meteen werd aangenomen. Als onervaren muzikant werd ik daar eigenlijk voor de leeuwen gegooid, waar ik heel veel aan heb gehad.’ Swan zat net in haar eerste jaar toen de coronapandemie toesloeg. Die kwam echter op een gekke manier precies goed uit. ‘In plaats live op te treden, wat toen natuurlijk even niet kon, kregen we de opdracht om thuis producties te gaan maken. Daardoor ontdekte ik hoe ik mijn pianoliedjes helemaal kon omwerken naar uitgebreidere producties. Het conservatorium was een harde maar liefdevolle leerschool waar ik op een goede manier heel erg ben gepusht.’
Even later kwam de zangeres op een muzikantendag producer Pieter Perquin alias Perquisite tegen. ‘We kregen een connectie, hebben een keertje koffie gedronken en besloten toen al vrij snel om samen te gaan werken. We hebben samen mijn album geproduceerd, en hij is ook m’n manager. Een manager/producer kan een lastige combinatie zijn, maar we zaten vanaf het begin heel erg op één lijn. Pieter luistert en produceert zonder ego, en hij is heel eerlijk. Hij kijkt naar het materiaal dat er al is en kijkt hoe we die muziek naar nog net een hoger level kunnen brengen. Ook was Pieter een van de eerste personen binnen de muziekwereld die mij echt als gelijkwaardig behandelde. Op het conservatorium was ik erg onzeker over het feit dat ik als vrouw zijnde produceerde. Ik had het misogyne idee in m’n hoofd dat ik het niet zou kunnen omdat het te technisch zou zijn. Pieter heeft dat idee uit m’n hoofd gehaald.’
Kwetsbaarheden als kracht gebruiken is het kernthema binnen de muziek van Swan. ‘Mijn gevoeligheid werd vroeger als zwakte bestempeld, terwijl het juist door die gevoeligheid is dat ik teksten kan schrijven. Zo weet ik het dus om te zetten naar iets positiefs. In de wat oudere liedjes zitten meer zware gevoelens, en ik merk nu dat de taal die ik gebruik en de thema’s van de nummers veranderen naar hoe ik mij nu voel. Desondanks blijft mijn muziek, op een poëtische manier, altijd eerlijk en ongefilterd.’
Naast het leven zelf, en de gesprekken die de zangeres in het dagelijks leven heeft met mensen, haalt de Amsterdamse vooral inspiratie uit hoe bepaalde artiesten zich presenteren en zich op hun eigen manier een weg banen door de muziekindustrie. Zo vertelt ze: ‘Vrouwelijke artiesten als ROSALÍA, Victoria Monét en Sevdaliza zijn artiesten die al lang bezig zijn, maar die altijd hun eigen weg zijn blijven volgen en daar nu eindelijk de vruchten van kunnen plukken. Wat ik daar uithaal is dat het belangrijk is om je focus te blijven houden en te beseffen: er is nog zo veel tijd. Ik heb echt veel liever een marathon dan een korte sprint. Wat mij ook heeft geholpen is door verder te kijken dan Nederland. Hoe fijn het hier ook is, we zijn een klein landje met beperkte mogelijkheden en het pad naar een succesvolle carrière is vaak een vaste route die al grotendeels voor je is uitgestippeld. Ik denk dat je je als artiest meer moet openstellen en de vaste patronen van de industrie soms een beetje moet loslaten.’
Inspiratie komt verder dus niet zo zeer uit de muziek van andere artiesten. ‘Naar muziek luisteren doe ik voornamelijk echt voor m’n plezier, dus andere muziek zorgt eigenlijk alleen onbewust voor inspiratie.’ Als ze dan toch een paar namen moet noemen, keert Swan terug naar bepaalde aspecten van de eerder genoemde vrouwen: ‘Ik vind het heel tof hoe Victoria Monét op een hele cheeky en effortless, maar ook elegante manier sexy is. Zij doorbreekt het vaak vulgaire, door mannelijke perspectieven gedomineerde patroon over seks binnen muziek. ROSALÍA vind ik al jaren te gek, omdat ze altijd schijt heeft gehad aan wat mensen vonden van wat ze deed. Ze geeft gewoon alles voor haar kunst, en is heel hands-on, van songwriting tot productie. Het verhaal van Sevdaliza is ook interessant, omdat zij heel lang is genegeerd door de Nederlandse industrie. Haar talent is heel lang niet erkend, en nu ze is opgeblazen wilt iedereen opeens interviews met haar, maar ze kiest er dan voor om daar niet op in te gaan. Dat vind ik heel gedurfd. Vroeger keek ik ook nog heel erg op naar Amy Winehouse, door de eerlijkheid in haar teksten en hoe ze die teksten vanuit gevoel vertolkte. Zij had verder natuurlijk ook gewoon schijt aan alles en iedereen. Het zijn kortom stuk voor stuk eigenzinnige vrouwen.’
Een favoriet album aller tijden weet de zangeres dan ook zonder al te veel moeite te noemen: ‘MOTOMAMI van ROSALÍA. Het is totaal andere muziek dan wat ik maak, maar dat album is zo veelzijdig. Er staat slow r&b op, maar ook clubmuziek. Daarnaast vertelt dat album een heel verhaal en heeft het een hele sterke branding.’ Ook heeft Swan een fijn lijstje met onderbelichte artiesten uit Nederland waar ze van onder de indruk is: ‘Keenan Mundane hebben jullie al belicht, maar vind ik echt te gek. Daarnaast is GINGE supertof, haar songwriting is echt heel goed. Mijn nieuwste single ‘Get a Grip’ heb ik ook samen met haar gemaakt. Ze is al best wel een tijdje bezig en gezien haar output en streams vraag ik me echt af waarom zij geen grote spots op festivals krijgt. Julia Sabaté maakt hele krachtige Spaanstalige pop met een alternatief randje. Julia Adriana maakt dan weer meer folky muziek. Haar stem is echt prachtig en ze maakt hele mooie songs.’
Haar debuutalbum is slechts een paar maanden uit, maar Swan zit niet stil, integendeel: ‘Er liggen eigenlijk alweer genoeg songs klaar voor een nieuwe ep of album, haha. Ik heb heel erg veel zin om die songs te releasen en weer een andere kant van mezelf te gaan laten zien. Verder ben ik heel veel aan het schrijven en ben ik ook een beetje bezig met songwriting voor andere artiesten, omdat ik schrijven het allerliefste doe en het altijd een heel natuurlijk proces is. Ik heb zoveel songs geschreven die ik waarschijnlijk zelf nooit ga releasen, dus waarom zou ik er anderen niet blij mee maken.’