Bold Select: DROMéDA
De Amsterdamse DROMéDA maakt een mix van punk en electronica die samenkomt in een duistere, rauwe rave. Op zijn nieuwste album ‘Tracksuit’ koppelt de zanger, songrwriter en producer urgente thema’s aan zijn unieke samensmelting van invloeden en sounds. Punk anthems, breakbeats en autotune gingen nog nooit zo goed samen.
Wie ben je en wat maak je?
Mijn naam is Tyron Woerdings, beter bekend als DROMéDA. Ik ben in principe een soort oneman-punkband. Ik maak graag muziek daar waar het net schuurt. Naast punk hou ik ook heel erg van dance, dus ik probeer die genres te combineren of juist los van elkaar in te zetten. Zo kom je bij een soort punkrave terecht.
Wat is het verhaal achter je muziek?
Ik ben in 2018 begonnen met muziek maken. De debuutplaat van SEVDALIZA was daarbij echt een grote inspiratie om te gaan produceren. Ik ben toen wat losse beats gaan maken, geïnspireerd door die moderne vorm van triphop en weirde digitale sounds. Die beats gingen alleen nooit echt ergens heen. Vervolgens ben ik meer dance-muziek gaan maken en heb ik een half dance-album gemaakt wat ik weer offline heb gehaald, haha. Dat album ging grotendeels over de angst dat mijn muziek niet geaccepteerd zou worden in de scenes die ik vet vind. Hoewel dat album heel leuk en leerzaam was om te maken, was het ook heel erg afgeraffeld, omdat ik rond die tijd heel graag wilde laten zien dat ik iets kon en dat belangrijker vond dan een mooi eindproduct. Ik luisterde ondertussen ook veel new wave, en een beetje post-punk zonder nog echt te beseffen wat ik daar vet aan vond.
Het verhaal van DROMéDA gaat nu verder op mijn nieuwste album Tracksuit. Het is nu meer een verhaal geworden over een tiener die heel boos denkt te zijn op de wereld, maar eigenlijk gewoon heel boos is op zichzelf en met zichzelf in de knoop zit. Het dragen van een tracksuit is daarbij een symbool voor jezelf willen verbeteren, terwijl je jezelf eigenlijk nauwelijks kent.
Wat zijn je grootste inspiraties?
The Prodigy is voor mij een hele belangrijke inspiratie. Toen ik het nummer ‘Omen’ voor het eerst hoorde dacht ik: als ik deze muziek de hele dag thuis ga draaien gaan mijn ouders dat heel kut vinden, haha. Een keiharde breakbeat met de meest irritante synth die je kunt bedenken en een tekst die je oren in wordt geschreeuwd, en het was ook nog catchy. Dat pakte mij helemaal. The Prodigy is heel ravey, maar er zit ook heel veel woedende punk-energie in, die mix vind ik heel tof. Het is hard en elektronisch, maar ook heel rauw. Daarnaast heb ik van jongs af aan altijd al heel veel Britse muziek meegekregen. Heel veel uiteenlopende dingen, van Joy Division tot Faithless, maar wel allemaal linkse Britse muziek. Die invloeden draag ik nog altijd bij me.
Ik vind het lastig om heel direct persoonlijke teksten te schrijven, dan eindig ik steeds met liefdesliedjes. Er gebeuren vandaag de dag genoeg dingen in de wereld om je kwaad over te maken en ik vind het heel interessant om te zien hoe mensen met die dingen omgaan en daar in mijn teksten op te reflecteren. Veel teksten gaan ook over mental health, daarin ben ik weer geïnspireerd door IDLES. Er staan ook wat party-nummers op het album die stiekem niet gaan over het feesten, maar over een persoon op dat feest die eigenlijk helemaal niet zo lekker gaat. Daarin ben ik beïnvloed door het album “Ja, natúúrlijk!” van De Jeugd van Tegenwoordig, wat eigenlijk een party-plaat is met een donkere ondertoon.
Wat is je favoriete album aller tijden?
Die is makkelijk voor mij. Blonde van Frank Ocean. Maar ik denk ook opeens aan Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not van Arctic Monkeys. En Dogrel van Fontaines D.C. is ook fantastisch, haha.
Welke artiesten moeten op onze radar?
BERKICAPO vind ik heel sick. Hij is onderdeel van de Bigboyshyt-squad uit Utrecht. Zij maken underground hiphop, heel trappy. Zijn tape MY FAMILY is echt crazy. Keenan Mundane hebben jullie natuurlijk al gehad, maar hij is zo getalenteerd. Hij maakt crazy beats en bars. En ik heb nog nooit iemand gezien die live zo veel energie heeft als Keenan. PROZA is een Nederlandstalige post-punkband met een hele toffe eclectische sound en mooie wordplay. Desinteresse uit Limburg is ook echt next-level. Hun invloeden zijn heel duidelijk, maar ze zijn toch heel eigen. Ze nemen alles analoog op en hun muziek klinkt super grimey.